top of page

Mijn verhaal 

Het zijn Jan en Jules die ik moet bedanken. En André. Al vermoed ik dat ze zich daar niet bewust van zijn.

Jan was één van mijn eerste 'bazen'. Ik werkte als jonge medewerker in een interne afdeling managementondersteuning. Het werken met managers van grote afdelingen was een uitdaging voor het groentje dat ik toen was. Maar in mijn herinnering kon ik altijd bij Jan terecht. Als ik het even niet meer wist, toverde hij een modelletje uit zijn hoed, een schemaatje, een kapstok, een prikkelend inzicht. Net wat ik nodig had. En ik kon weer verder.

Gedreven en gefrustreerd 

Mijn collega Jules was mijn eerste coach, zo zou ik hem nu toch noemen. Hij was de oude rot, de wijze opa. Hij kende de cultuur en de spelregels van de organisatie door en door. Hij gaf me inzicht in hoe en met wie ik mijn netwerk kon uitbouwen. En hij deed me vriendelijk maar kordaat in de spiegel kijken wanneer ik met mijn gedrevenheid weer eens de poten van onder mijn stoel dreigde weg te zagen. Want ik observeerde, analyseerde, dacht te weten wat een team nodig had en raakte gefrustreerd wanneer een manager 'weer eens' niet wou volgen. Ik vond het onbegrijpelijk hoe anderen niet konden zien wat voor mij nochtans glashelder was; hoe intelligente mensen zich zo blind en onlogisch konden gedragen.

Leren luisteren 

Nu ik wat meer kilometers op de teller heb, begrijp ik beter wat Jules toen wou zeggen. Ik bleef herhalen wat ik zag, omdat ik begaan was met wat er gebeurde. Omdat ik wou dat mijn inzichten en goede bedoelingen gehoord en gezien zouden worden. Bij nader inzien luisterde ik vaak zelf niet écht naar de inzichten en bedoelingen van mijn gesprekspartners. Nu kan ik me voorstellen hoe ook hun frustratie daardoor alleen maar groter werd, waardoor ze me ongetwijfeld soms als lastig en drammerig ervaarden. En waardoor de poten soms inderdaad onder mijn stoel vandaan schoten.

Ik heb Jules vaak gemist in mijn latere carrière, ik ben nog vaak tegen die muur gelopen.

De moed om niet te weten 

André leerde me het vak van trainer en procesbegeleider. Hij leerde me kijken naar wat er tussen mensen gebeurt. Hij leerde me naar mezelf kijken: bewust voelen hoe een gebeurtenis in de groep ook mij kan raken. Hij gaf me de ruimte én de ondersteuning om te leren omgaan met die soms lastige gevoelens en met de onzekerheid van niet goed weten wat precies te doen.

Ik heb vaak aan André gedacht om de moed te vinden het ‘niet-weten’ als een vriend in de ogen te kijken en er niet van weg te lopen als van een vijand.

De allerbelangrijkste vraag 

Vandaag sta ik een kwarteeuw zoeken, ploeteren, falen en slagen verder. Als ik achteromkijk, ben ik veel dank verschuldigd aan de mensen die ik doorheen mijn loopbaan heb mogen ontmoeten, als trainer, coach, procesbegeleider, leidinggevende. Velen hebben hun verhalen gedeeld en zich getoond in hun kwetsbaarheid. Ze hebben me laten zien hoe elk mens anders functioneert en door andere waarden, overtuigingen, andere levenservaringen gedreven wordt; ook al lijkt hun gedrag hetzelfde.

Mijn nieuwsgierigheid bracht me bij de waaromvraag. Wat maakt dat mensen doen wat ze doen? Het was en is een boeiende zoektocht. Ik heb veel gelezen, geëxperimenteerd, gezocht naar samenhang. De generositeit van Jan, Jules en André indachtig, heeft dat alles geleid tot het boek dat ik heb geschreven. Ik vond het een fijn idee om anderen te laten delen in mijn inzichten en ervaring. Ik vind het ook fijn om mensen te zien groeien door leerprocessen uit te lokken, door de veilige ruimte te creëren waarbinnen gewaar-zijn kan groeien. Want dat is de plek waar mensen voeding vinden, de moed om dingen anders aan te pakken. Dat is de plek waar ik ook zelf het plezier heb mogen ontdekken van leven en werken in onzekerheid en complexiteit.

bottom of page